Studenten in het hbo moeten beschikken over onderzoekend vermogen. Dit onderzoekend vermogen bestaat uit drie onderdelen (Expertgroep Protocol, 2014):
- een onderzoekende houding. Dit betekent dat studenten opmerkzaam, nieuwsgierig, bedachtzaam en kritisch zijn en bereid zijn informatie te delen (Van den Herik & Schuitema, 2016);
- onderzoeksresultaten van andere onderzoeken kunnen toepassen. Dit betekent dat ze hun weg kunnen vinden in voor hun beroep relevante wetenschappelijke en vakliteratuur en deze kunnen beoordelen en zich eigen kunnen maken.
- onderzoek kunnen doen. Dit betekent dat ze de manieren van dataverzameling en -analyse die in de uitoefening hun beroep gebruikelijk zijn beheersen en kunnen inzetten om de informatie te verzamelen die nodig is bij het uitoefenen van het beroep. De kwaliteitseisen die hiervoor gelden zijn de eisen die in het beroep gebruikelijk zijn. Deze zijn veelal anders dan de eisen aan dataverzameling en –analyse die binnen wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk zijn.
Studenten moeten beschikken over een onderzoekend vermogen dat bij draagt aan een betere uitoefening van het beroep waarvoor ze worden opgeleid. Dit vereist onderwijs waarin het aanleren van onderzoekend vermogen is verweven met het aanleren van de andere aspecten van het beroep. Ik help opleidingen om zo’n curriculum te ontwerpen.